Zoveel meiden, zoveel vrouwen,
Maar met wie is de liefde... toch te vertrouwen.
De puber leeft, zijn hartje laait op,
Zit vol verlangens en kent maar geen stop.
Hij weet weer heel goed, wie hij ooit was,
Al die gevoelens komen van pas.
Maar meiden zijn bang, ik schrik ze af,
Wat moet ik nou doen ze vinden mij maf.
Het kind wil spelen en de man wil beminnen,
En de puber wil vrijen, een nieuw leven beginnen.
Lekker verliefd zijn, dagen lang dromen,
Heel brutaal weten, dat de liefde zal komen.
Al weet hij ook beter, de wereld is gek,
Zodra je springt ga je op je bek.
Want een leuk meisje word altijd bang,
En zodra dat gebeurd duurt de liefde nooit lang.
Ik voel me zo lekker, zo jong en vrij,
Maar ook zo eenzaam, wie houd er van mij?
Het kan me niet schelen weer open te zijn,
Al ben ik van binnen zo kwetsbaar en klein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten